«La ley no es sólo una herramienta para la buena gobernanza, sino que hemos de considerarla ante todo como una obra de arte». Willem Witteveen (1952-2014). Obra póstuma

De wet als kunbiedt een fascinerend perspectief op de wet en het
rechtssysteem. Beginnend bij de ogenschijnlijk simpele vraag ‘Wat is de
wet?’ neemt Willem Witteveen de lezer mee op een avontuurlijke reis door de
rechtsfilosofie. Hierbij komt een een keur aan filosofische auteurs voorbij,
van Plato tot Kafka en van Montesquieu tot Fuller.

De centrale
stelling in De wet als kunstwerk is dat de wet niet alleen een
instrument is voor goed bestuur, maar dat we haar eerder moeten beschouwen als
kunstwerk. Wettenmakers gaan eerder te werk als tastende montagekunstenaars dan
als rationele magistraten. Bij het opstellen van de wet bouwen ze voort op
eerdere rechtstradities, brengen onderwijl wijzigingen aan, laten zaken weg of
voegen ze toe, om daarnaast steeds te blijven geloven in de onpartijdige
autoriteit die van ons rechtssyst

Willem Witteveen
(1952-2014) was hoogleraar Encyclopedie van de rechtswetenschap aan de
Universiteit van Tilburg. Hij was lid van de Eerste Kamer voor de PvdA. Op 17
juli 2014 kwam hij op tragische wijze om tijdens de vliegtuigramp van vlucht
MH17. De wet als kunstwerk is zijn magnum opus dat hij vlak

De wet als kunWillem Witteveen

De wet als kunstwerk.Een
andere filosofie van het recht

Uitgeverij
Boom,
Ámsterdam,
2014, 450 pp.

ISBN 9789089533357

De wet als kunstwerkbiedt een fascinerend perspectief op de
wet en het rechtssysteem. Beginnend bij de ogenschijnlijk simpele vraag
‘Wat is de wet?’ neemt Willem Witteveen de lezer mee op een avontuurlijke reis
door de rechtsfilosofie. Hierbij komt een een keur aan filosofische auteurs
voorbij, van Plato tot Kafka en van Montesquieu tot Fuller.

De
centrale stelling in De wet als kunstwerk is dat de wet niet alleen
een instrument is voor goed bestuur, maar dat we haar eerder moeten beschouwen
als kunstwerk. Wettenmakers gaan eerder te werk als tastende montagekunstenaars
dan als rationele magistraten. Bij het opstellen van de wet bouwen ze voort op
eerdere rechtstradities, brengen onderwijl wijzigingen aan, laten zaken weg of
voegen ze toe, om daarnaast steeds te blijven geloven in de onpartijdige
autoriteit die van ons rechtssysteem uitgaat.

 

Willem Witteveen(1952-2014) was hoogleraar Encyclopedie van de rechtswetenschap aan de
Universiteit van Tilburg.
Hij was lid van de Eerste Kamer voor de PvdA. Op 17 juli 2014 kwam hij op
tragische wijze om tijdens de vliegtuigramp van vlucht MH17. De wet als
kunstwerk
is zijn magnum opus dat hij vlak daarvoor voltooide.

▀▄▀▄▀▄▀▄▀▄▀▄▀▄▀De wet als
kunstwerk
biedt een fascinerend perspectief op de wet en het
rechtssysteem. Beginnend bij de ogenschijnlijk simpele vraag ‘Wat is de
wet?’ neemt Willem Witteveen de lezer mee op een avontuurlijke reis door de
rechtsfilosofie. Hierbij komt een een keur aan filosofische auteurs voorbij,
van Plato tot Kafka en van Montesquieu tot Fuller.

De centrale stelling in De wet als
kunstwerk
is dat de wet niet alleen een instrument is voor goed bestuur,
maar dat we haar eerder moeten beschouwen als kunstwerk. Wettenmakers gaan
eerder te werk als tastende montagekunstenaars dan als rationele magistraten.
Bij het opstellen van de wet bouwen ze voort op eerdere rechtstradities,
brengen onderwijl wijzigingen aan, laten zaken weg of voegen ze toe, om
daarnaast steeds te blijven geloven in de onpartijdige autoriteit die van ons rechtssysteem
u

Willem Witteveen (1952-2014) was
hoogleraar Encyclopedie van de rechtswetenschap aan de Universiteit van
Tilburg. Hij was lid van de Eerste Kamer voor de PvdA. Op 17 juli 2014 kwam hij
op tragische wijze om tijdens de vliegtuigramp van vlucht MH17. De wet als
kunstwerk
is zijn magnum opus dat hij vla

Deel uw mening
over dit product met andere bezoekers. Log in
en schrijf eOfrezco aquí la necrológica redactada hace unos meses

José
Calvo González, «Nota necrológica y valorativa del pensamiento de Willem
Johannes Witteveen (1952-2014)», enRevista europea de Historia de las
ideas políticas y de las instituciones públicas
, 7 (Agosto 2014)

 

 Willem
Johannes Witteveen (Rotterdam, Holanda. 5 de mayo de 1952), profesor
responsable desde 1990 de las enseñanzas de Encyclopedie van de rechtswetenschap (Teoría del Derecho y
Ciencia jurídica), con orientado interés en los últimos años al campo de la
argumentación y la retórica jurídica [«Recht als systeem, recht in
fragmenten: twee visies op juridische argumentatie» en Evelin T. Feteris
et al. (eds.) ‘Alles afwegende…’ Bijdragen aan het Vijfde Symposium
Juridische Argumentatie
, Rotterdam 22 juni 2007, Ars Aequi
Libri, Nijmegen, 2007, pp. 17-24, y «Law and rhetoric: a misunderstood
relation», en Law and method: interdisciplinary research into law,
Sanne Taekema & Bart van Klink, eds., Mohr Siebeck, Tübingen, 2011, pp.
237-252], Jefe del Departamento de Publiekrecht, Encyclopedie en
Rechtsgeschiedenis (Derecho público, Filosofía jurídica e Historia del
derecho) en la Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit van Tilburg,
Warandelaan. Netherlands, cofundador del Centrum voor wetgevingsvraagstukken
(Centro para asuntos legislativos), falleció el pasado 17 de julio. Witteveen
era uno de los pasajeros del vuelo de Malaysian Airlines MH17, en ruta desde
Schiphol (The Netherlands) a Kuala Lumpur (Malaysia), que fue derribado en
Hrabove, Ucrania oriental, por un misil tierra-aire procedente de la zona de
operaciones bajo control de las fuerzas pro-rusas en conflicto con el
gobierno del presidente de Ucrania, Petro Poroshenko. Le acompañaban su
esposa Lidwien L. Heerkens, presidenta de la Junta del LAK-theater van de
Universiteit Leiden y asociada a la Faculteit Geesteswetenschappen
Universiteit van Tilburg, y su hija Marit Witteveen, estudiante de segundo
año de ese mismo centro. La tragedia deja huérfano a Freek, segundo de los
hijos del matrimonio.

   Witteveen había cursado estudios universitarios en sus
diferentes niveles (1979-1989) en la Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit
Leiden, donde presentó su disertación De retoriek in het recht: over
retorica en interpretatie, staatsrecht en democratie
Willink, Zwolle,
1988. XIII, 537 pp., obteniendo con calificación Cum laude la borla
del Doctorado en Derecho el 1 de junio de 1989. Miembro de la International
Society for the History of Rhetoric y de la Internacional Association for the
Semiotics of Law, entre sus trabajos más recientes destaca Het wetgevend
oordeel: studies over wetgeving en communicatie
(Boom Juridische Uitgevers,
Den Haag, 2010, xix, 337 pp.), particularmente centrado en los problemas de
técnica legislativa y comunicabilidad del mensaje jurídico. Esta obra resume,
creo que con fidelidad, las intersecciones temáticas de que se entretejió su
fecunda investigación científica, concretada en una riqueza de líneas de
trabajo que de modo transversal aúnan materias de teoría de la legislación,
lenguaje jurídico y retórica, semiótica e interpretación jurídicas. El
temprano interés por una labor hermenéutica interdisciplinaria ya se revela
su paper «The rhetorical labors of Hercules», debatido en la sesión
sobre ‘hard cases’ del Annual colloquium IV of the International Association
of Law and Semiotics, Penn State University, May 1988 (Onderzoekscentrum Sturing
van de Samenleving, Leiden, 1988, 12 pp.). La dedicación a cuestiones de
semiótica jurídica, con un enfoque hacia la teoría y técnica legislativa en
vínculo de especial referencia a aspectos de eficacia, validez y vigencia
jurídicas, es patente en los estudios titulados «De jacht op de
wet» (Wat maakt de wet symbolisch?, Willem Witteveen, Paul van
Seters & Bert Roermund, eds., W. E. J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1991, pp.
115-136), «Legislation and the Fixation of BeIief'» (The Eyes
of Justice.
Seventh Round Table on Law and
Semiotics,
Roberta Kevelson, ed., Peter Lang, New York, 1994,
pp. 319-343), «Seeing rhetoric as law as literature» (Conscience,
consensus, & crossroads in law: eighth Round Table on Law and Semiotics
,
Roberta Kevelson, ed., Peter Lang, New York, 1995, pp. 387-401), y
«Significant, symbolic and symphonic laws Communication through
Legislation» (Semiotics and legislation: jurisprudential,
institutional and sociological perspectives
, Hanneke van Schooten, ed.,
Deborah Charles Publications, Liverpool, 1999, pp. 27-70).

   Una
significativa profundización en esta área conduciría a Witteveen en
posteriores trabajos a incumbir la teoría y práctica en la actividad
operativa de la juristenvak igualmente de perfiles sociales, de la
relación entre derecho y moral –mediante una relectura de Lon L Fuller
(1902-1978)– y del aporte de lo que bien podríamos denominar como el ‘giro
comunicativo’. Así, en Het theater van de politiek: publieke retorica en
de paspoortafaire
(Amber, Amsterdam, 1992, 259 pp.), De geordende
wereld van het recht: een inleiding
(Amsterdam University Press,
Amsterdam, 1996, 449 pp., donde con exhaustivo detalle amplía el previo
acercamiento llevado a cabo en «Het paspoort van de politicus» para
Het Retorische antwoord, Radboud Engbersen, Thijs Jansen, Willem
Witteveen (eds.), Stichting Grafiet, Utrecht, 1991, pp. 39-55, y como editor,
junto a Wibren van der Burg, de Rediscovering Fuller: Essays on Implicit
Law and Institutional Design
(Amsterdam University Press, Amsterdam.1999,
489 pp.), o bien, junto a Nicolle Zeegers y Bart Van Klink, de Social and
Symbolic efforts of Legislation under The Rule of Law
(Edwin Mellen
Press, Lewiston, N.Y., 2005, xx, 362 pp.). Para
ambos, respectivamente, sus contribuciones «Rediscovering Fuller: An
Introduction» (pp. 21-48), «Law of Lawmaking» (pp. 313-345), y
«Turning to communication in the study of legislation» (pp. 17-44)
e «Interpretive communities and symbolic effects» (pp. 317-337).

   Éste
habría sido el methodo recorrido por Witteveen para, desde un
análisis simbólico y de teoría social, rivalizar y apartarse de las
perspectivas instrumentalistas en la legislación. La consecuencia fundamental
de todo ello es la toma en consideración de la influencia de las comunidades
interpretative communities– en la recepción de las reglas de
interpretación jurídica y la defensa de una teoría política del legislador
que no oculta los peligros de la idea de gobernabilidad democrática en un
Estado de derecho a través del poder legislativo en su dimensión de derecho
regulatorio, como en particular ya mostró, en orden al control de legalidad
en materia de legislación administrativa, en De Terugired van
regelgevers: meer regles, minder sturing?
(Thijs G. Drupsteen, Wim Derksen,
Willem J. Witteveen (eds.), Tjeenk Willink, Zwolle, 1989, 320 pp.), y en
fecha más reciente con sus discusiones en Alternative regelgeving
(Willem Witteveen, Ivo Giesen, Joan Lodewijk de Wijkerslooth de Weerdesteiin,
eds., Kluwer, Deventer, 2007, 207 pp.).

   Witteveen desembocó, por tanto, en el campo de una teoría
política del funcionamiento de la ley, y a partir de ésta –incorporando
dimensiones psicológicas– en el comportamiento ciudadano. Es por eso
importante subrayar la indudable conexión de sus inquietudes iusfilosóficas a
las de un intelectual preocupado también por las implicaciones políticas de
su análisis, y de ahí, pues, por la Teoría de la democracia legislativa en la
idea de un ‘legislador convincente’ (De overtuigende wetgever,
Willem J. Witteveen en Bart van Klink (eds.), W. E. J. Tjeenk Willink/
Schoordijk Instituut. Centrum voor wetgevingsvraagstukken, Deventer, 2000,
279 pp.), así como respecto de las condiciones del Estado de derecho, no
menos que por la legitimación en él de los jueces como aplicadores de la ley.
Véanse, en este sentido, Evenwicht van machten: rede uitgesproken bij de
aanvaarding van het ambt van hoogleraar encyclopedie der rechtswetenschap aan
de Katholieke Universiteit Brabant op vrijdag 15 febr. 1999
(Tjeenk
Willink, Zwolle, 1991, 100 pp.), Het primaat van de politiek:
Staatsrechtconferentie
1999 (W. E. J. Tjeenk Willink, Deventer, 2000,
VIII, 70 pp.) y, junto a Bart van Klink, De sociale rechtsstaat voorbij:
twee ontwerpen voor het huis van de rechtsstaat
(Sdu Uitgevers, Den
Haag, 2002, 245 pp.) en lo correspondiente a la parte primera (‘De wending
naar rechtsstatelijkheid’, pp. 15-126), redactada con la colaboración de
Wouter de Been.

   De estas preocupaciones se abastecería asimismo su
disposición práctica para la vida política holandesa. Witteveen, con
antecedentes familiares fuertemente ligados a historia parlamentaria nacional
–biznieto del político socialdemócrata Florentinus Marinus Wibaut (1859-1936)
e hijo de Hendrikis Johannes Witteveen (n. 1921), senador, ministro,
vicepresidente entre los años 1958 y 1973 y luego Director del FMI– obtuvo
acta de Senador por el Partido laborista holandés (1999-2007, y 2013-2014), y
en la actualidad era portavoz de la Comisión de Seguridad y Justicia. En el
compromiso de su actividad en política expresó una decidida voluntad por la
renovación del socialismo holandés, como así puso de relieve publicaciones de
juventud –Het Schip van staat: beschouwingen over recht, staat en sturing
(W. E. J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1985, 298 pp), más adelante en Het
primaat van de politiek
(Willem J. Witteveen, Hendrikus R. B. M.
Kummeling, Frederik A. M. Stroink, eds., W.E.J.Tjeenk Willink, Zwolle, 2000,
70 pp., en esp. «Het politieke primaat als regie van de wetgever»,
pp. 1-23), y de manera explícita en De Denkbeeldige Staat: Voorstellingen
Van Democratische Vernieuwing
(Amsterdam University Press, Amsterdam,
2000, 285 pp.).

   Con la trágica desaparición de Willem Johannes Witteveen
pierde la cultura jurídica europea a uno de sus más valiosos representantes.
Deja en el haber comunidad científica, resultado de una constante y rigurosa
labor de investigación, el bagaje más de 250 publicaciones científicas.
Jurista culto, con excelente conocimiento de autores como Montesquieu o
Hegel, además, recamaba su escritura de lujosas e iluminadoras metáforas
musicales y literarias. Como legislador se sentía poeta; véanse Tijdens
de werkzaamheden, buiten de orde: de wetgeversgedichten
(Wolf Legal
Publishers, Nijmegen, 2007, 42 pp.).

   En todo momento sugestivo, lograba atraer e interesar
siempre con planteamientos llenos de personalidad (De fascinatie: wat
wetgevingsonderzoekers bezighoudt: berichten uit het Centrum voor
wetgevingsvraagstukken
(Boom Juridische uitgevers, Den Haag, 2004, 157
pp.). Superando la muerte, una última obra, ya entregada y pronto a editarse
en el otoño de este mismo año, De wet als kunstwerk (Uitgeverij
Boom, Ámsterdam, 2014, 450 pp.) nos permitirá aprender y disfrutar del saber
y artístico estilo de su conocimiento. Es el obsequio del destino.

   Trasladamos a sus dolientes familiares y afligidos colegas
de la Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit van Tilburg expresión del más
sincero pesar y profunda tristeza por tan significativa pérdida. Nuestro
mensaje de solidaridad también con las inocentes víctimas cuyas vidas
extinguió de modo tan repentino el horrible desenlace de este trágico suceso
aéreo.

 D biedt een
fascinerend perspectief op de wet en het rechtssysteem. Beginnend bij de
ogenschijnlijk simpele vraag ‘Wat is de wet?’ neemt Willem Witteveen de lezer
mee op een avontuurlijke reis door de rechtsfilosofie. Hierbij komt een een
keur aan filosofische auteurs voorbij, van Plato tot Kafka en van Montesquieu
tot Fuller.

De centrale stelling in De wet als
kunstwerk
is dat de wet niet alleen een instrument is voor goed bestuur,
maar dat we haar eerder moeten beschouwen als kunstwerk. Wettenmakers gaan
eerder te werk als tastende montagekunstenaars dan als rationele magistraten.
Bij het opstellen van de wet bouwen ze voort op eerdere rechtstradities,
brengen onderwijl wijzigingen aan, laten zaken weg of voegen ze toe, om
daarnaast steeds te blijven geloven in de onpartijdige autoriteit die van ons
rechtssys

Willem Witteveen (1952-2014) was
hoogleraar Encyclopedie van de rechtswetenschap aan de Universiteit van
Tilburg. Hij was lid van de Eerste Kamer voor de PvdA. Op 17 juli 2014 kwam hij
op tragische wijze om tijdens de vliegtuigramp van vlucht MH17. De wet als
kunstwerk
is zijn magnum opus dat hij vl

Deja una respuesta

Tu dirección de correo electrónico no será publicada. Los campos obligatorios están marcados con *

*

Related stories